The model city of commonsense – over het beste boek van 2011, de balans III (slot)

Let us bless the freak; for in the natural evolution of things, the ape would perhaps never have become man had not a freak appeared in the family. Anybody whose mind is proud enough not to breed true, secretly carries a bomb at the back of his brain; and so I suggest, just for the fun of the thing, taking that private bomb and carefully dropping it upon the model city of commonsense.’ Vladimir Nabokov, The art of literature and commonsense (Lectures on Literature, 1980;p.372).

De zwaarste bom van 2011 werd - zonder twijfel, zonder concurrentie - afgeworpen door: Jeroen Mettes.

Weerstandsbeleid/N30+ is het allerbeste boek van 2011.

Andere teksten die wat mij betreft langer, veel langer, meegaan dan het jaar waarin ze zijn verschenen (in volgorde van senioriteit (van de auteurs van de boeken)): Marjolijn Februari’s Ons soort mensen, Stephan Enters Grip, Daniël Rovers’ Walter.

Het beste buitenlandse boek van 2011: David Foster Wallace’s The Pale King, an unfinished novel.

De werken van Mettes en Foster Wallace zijn al een aantal jaren geleden geschreven. Beide boeken zijn ‘onvoltooid’ (wijs mij een boek dat wel voltooid is) en beide boeken zijn alleen te classificeren als ‘literaire teksten’ (i.p.v. ‘roman’, ‘verhalenbundel’, ‘poëzie’ - dat zijn groothandeletiketten).

Dat er maanden en jaren zijn verstreken tussen het schrijven en verschijnen van de teksten van Mettes en DFW onderstreept dat een boek geen tijdschrift is en dat alleen conformistische mietjes (m/v) in ernst literaire jaarlijstjes opstellen. Ik begrijp ook niet dat die lijstjes altijd weken voor het kalenderjaar is afgesloten al worden afgedrukt. Om de kerstverkoop te stimuleren? Zijn boekbesprekers eigenlijk marketingmedewerkers in de buitendienst? Dit terzijde.

Mettes maakte in 2006 een einde aan zijn leven. Foster Wallace in 2008. Je bent geneigd hier dat Engelse gezegde aan te halen - Dying man speak true – en hoewel het weinig zin heeft om te speculeren over het verband tussen het grote talent dat het lot beiden had toebedacht en de depressies waardoor zij werden geteisterd, hangt de kwaliteit van hun werk natuurlijk wel samen met hun radicale inslag: zij gaan altijd verder dan de rest.

Een schrijver schrijft steeds hetzelfde boek, zegt de gemeenplaats. En met graduele verschillen – voor Appie Baantjer geldt het bijna letterlijk, voor Hugo Claus overdrachtelijk – is dat natuurlijk waar. Sterker: in feite schrijft een cultuur of een tijdperk steeds opnieuw hetzelfde boek – een zekere mate van automatisering bij het schrijven en lezen is onvermijdelijk, anders zou je bij iedere tekst opnieuw moeten leren lezen.

Ik heb het hier al eerder over narratieve sjablonen gehad en hun aspiraties en kapsones ten spijt zou je de meeste schrijvers eerder onder uitvoerende dan scheppende kunstenaars moeten scharen. Ze vullen de mallen die de traditie voor hen heeft klaargelegd met zelfgetikt taalmateriaal. 'Eens even kijken... een paar personages, wat gebeurtenissen, de conflicten niet vergeten... nog wat couleur locale erbij... Zal ik het inpakken of leest u het hier op?’

De doorgeladen pistolen en andere dreigparafernalia mag je trouwens in de gootsteenkast laten liggen, want - hand in eigen boetekleed of hoe luidt die uitdrukking ook alweer? – ook ik sta, hoe pathetisch ik ook probeer er weg te komen, met negen tenen in de hoofdstroom van de traditie.

Toch zijn er af en toe schrijvers die erin slagen Het Grote Boek Van Ons Allemaal te veranderen. David Foster Wallace bijvoorbeeld.

En in onze taal is Mettes een radicale vernieuwer. Hij biedt het tegenshot bij het shot dat bijna alle andere literaire werken leveren: de meeste teksten verhalen vanuit personages of vanuit 'bewustzijnen' over gebeurtenissen in 'de werkelijkheid'. Mettes draait het in zijn scheppende werk (N30) om – en trekt daarbij, net als in zijn beschouwende werk, alle conventies stuk die zijn bewegingsvrijheid hinderen - hij laat 'de werkelijkheid' zelf spreken.

Narratieve en psychologische sjablonen lijken subsidiair aan sociaal-economische, politieke paradigmata. Ofwel: Mettes en DFW breken met literaire tradities omdat ze ongelukkig zijn, waren, met de geest van hun tijd.

‘Die cassette met het werk van Jeroen Mettes is toch verschenen bij Uitgeverij Wereldbibliotheek?’
‘Klopt.’
‘Die geven toch ook jouw werk uit?’
‘Ja, maar ga oorzaak en gevolg nou niet door elkaar halen.’
‘Mag ik ook iets vragen? Wat zijn de meest overschatte boeken van 2011? Liefst Nederlandse boeken.’
‘Wil je namen en titels horen?’
‘Ja, ja, ja… Gráág!’
‘Zou het niet volwassen zijn om zelf te leren onderscheiden wat het verschil tussen shit en chocoladepudding is?’

Disclaimer: mijn overmachtige excuses aan alle auteurs die hier niet hebben kunnen meedingen omdat ik hun werk niet heb gelezen of er zelfs nog nooit van heb gehoord.












Ontwerp afgebeelde covers en cassette: Siebe Bluijs.